De Ervaringen van
Nicky
Dat de technische branche gedomineerd wordt door mannen is niet nieuw. Toch zien we dat steeds meer vrouwen geïnteresseerd raken en kiezen voor een mooie baan in de technische sector. In het gesprek met twee ‘powervrouwen’ van Mitari spraken we over deze kwestie. Zij rolde als het ware de hijswereld in, maar welke vooroordelen en clichés kregen zij voor hun kiezen? Wat is het belang van diversiteit binnen een technisch bedrijf? Hoe kunnen we de branche aantrekkelijker maken voor vrouwen? Je leest hier het gesprek met Nicky.
Maak kennis met Nicky – energiek, gedreven en altijd in beweging. Met een aanstekelijke lach en een schat aan kennis en ervaring is ze een bekend gezicht binnen het familiebedrijf dat haar vader in 1990 oprichtte. Al van jongs af aan liep ze er rond, maar de stempel ‘dochter van de baas’ beviel haar nooit – ongeacht of die positief of negatief bedoeld was. Inmiddels werkt ze ruim twaalf jaar in het bedrijf en blikken we met haar terug op haar loopbaan, de veranderingen door de jaren heen.
Kun je wat vertellen over het verloop van je carrière?
Mijn eerste ervaring bij Mitari begon toen ik twaalf was, als weekendhulp – voornamelijk met schoonmaakwerkzaamheden. Echt een typisch familiebedrijf, dus je helpt al jong mee. Toen ik wat ouder was ging ik aan de slag in de kabelhoek, waar ik staalkabels samenstelde voor verschillende klanten. Niet lang daarna kreeg ik de kans om de webshops op te zetten. Ik begon met de Nederlandse webshop, waarna België en Duitsland volgden. In het begin deed ik alles zelf – van verkoop tot verzending – maar naarmate het groeide, kwamen er collega’s bij. Door de opgedane productkennis heb ik me later volledig gericht op de verkoop.
Had je toen al bepaalde ambities of een uitgestippeld carrièrepad?
Nee, eigenlijk niet. Mijn achtergrond ligt in de detailhandel, dus ik had wel interesse om iets op te bouwen, maar geen concreet plan. De kans om binnen Mitari iets op te zetten was erg waardevol. Het is mooi om te zien hoe dat stukje van het bedrijf gegroeid is. Tot een paar jaar geleden werkte ik op de verkoopafdeling. Na mijn zwangerschapsverlof ben ik me meer gaan richten op marketing, omdat daar behoefte aan was. Die richting past beter bij mij. Ik vind onlinemarketing en de ontwikkelingen daarin ontzettend interessant. Zelfs met kleine optimalisaties kun je al veel verschil maken.
Wat waren grote overwinningen in je carrière? Waar ben je trots op?
De overstap naar marketing is voor mij een belangrijke stap geweest. Er waren meerdere richtingen mogelijk, maar ik ben blij dat ik voor deze gekozen heb. Ik werk met plezier en voel me hier op mijn plek. Hoewel het geen eigen onderneming is, voelt het wel een beetje zo. Dit past gewoon beter bij me dan bijvoorbeeld een planningsrol, waar je veel mensen aanstuurt. Dat kan ik wel, maar het geeft me minder energie.
Is dat ook de reden waarom jij het bedrijf niet hebt overgenomen en je zus Terry wel?
Ja, ik weet goed waar mijn krachten liggen. Leidinggeven aan een team is niet het probleem, maar een hele organisatie aansturen, zoals Terry dat doet, is een ander verhaal. Ik heb veel respect voor haar en zie hoeveel inzet dat vraagt. Dat past gewoon minder bij mij.
Hoe is jouw interesse in de technische branche ontstaan?
Die is eigenlijk vanzelf gegroeid. Het is lastig te zeggen of dat puur door mijn achtergrond komt, maar ik ben altijd al handig geweest en vind het leuk om dingen zelf uit te zoeken. Die zelfstandigheid zit er al van jongs af aan in, en dat komt goed van pas in deze sector.
Wat maakt het werken in de technische branche zo leuk?
Wat ik mooi vind, is dat klanten vaak verbaasd zijn over mijn kennis – zeker omdat ik een vrouw ben. Het is leuk om dat beeld te doorbreken. Dat geldt trouwens ook privé. Mensen zijn soms verrast als ik iets zelf heb gemaakt. Ik vind het fijn om mijn kennis te delen, zeker omdat hijsen en heffen serieuze risico’s met zich meebrengen. Bewustwording en veiligheid zijn belangrijk.
Heb je bepaalde rolmodellen gehad of is er iemand die jou heeft geïnspireerd?
Niet specifiek. Bij ons thuis werd er altijd benadrukt dat hard werken loont. We waren ook fanatiek in sport, waar veel discipline bij kwam kijken. Die instelling heeft me gevormd.
Wat vind je van de mannencultuur in de technische branche? Denk je dat die bestaat?
Ja, die cultuur bestaat zeker. Tegenwoordig hoor je sneller of iemand kennis van zaken heeft, maar vroeger was het wel anders. Er werd soms gedacht dat ik de secretaresse was, terwijl die functie niet eens bestond. Dat vond ik teleurstellend, maar helaas was dat toen normaal. Gelukkig verandert dat nu – onder andere omdat er steeds meer vrouwen in deze branche werken.
Welke clichés of vooroordelen ben je tegengekomen?
Mijn naam is Nicky, dus het komt geregeld voor dat mensen denken dat ik een man ben. Na een e-mailwisseling bellen ze dan en vragen: “Is hij er?” Als ik mezelf voorstel, reageren ze vaak verrast. Daar weet ik soms even geen passend antwoord op. Het zegt iets over de aannames die mensen doen.
Wat zou er volgens jou kunnen bijdragen aan meer vrouwen in de techniek?
De werkomgeving speelt een grote rol. In het verleden hingen er bijvoorbeeld posters met schaars geklede vrouwen, dat is nu gelukkig niet meer zo. Een prettige en inclusieve sfeer is belangrijk, inclusief de juiste faciliteiten. Ik ben er trots op dat onze directrice een vrouw is. Dat is zichtbaar leiderschap dat laat zien dat vrouwen op alle niveaus serieus worden genomen.
Hoe heb je de branche zien veranderen op dit vlak?
De afgelopen tien jaar is er veel positief veranderd. Het is steeds vanzelfsprekender dat vrouwen in deze sector werken. Ook zien we andere verschuivingen, zoals mannelijke collega’s die parttime gaan werken. Er ontstaat meer ruimte voor balans en diversiteit.
Heb je nog een advies voor vrouwen die hun plek zoeken in de technische wereld?
Laat je niet tegenhouden door vooroordelen. Als je passie ligt in deze branche, volg dan je hart. Blijf dicht bij jezelf en geef niet op. Uiteindelijk gaat het erom dat jij je op je plek voelt in je werk – en daar hoort niemand je van af te houden.
